Een carrièreswitch op latere leeftijd is altijd een gok. Toch gooiden Hendrik Willem Mesdag en Sientje Mesdag-van Houten het roer om, als dertigers. Ze werden kunstenaar. Hoe ging dat in z’n werk? En hoe werden ze zo snel bekend?
Hendrik Willem en Sientje trouwden op 23 april 1856. Dit is hun verlovingsfoto (collectie Panorama Mesdag)
Met de paplepel
Hendrik Willem en Sientje kwamen uit vermogende families. Sientjes vader was handelaar in balken en scheepsmasten, die van Hendrik Willem was bankier. De liefde voor de kunst werd hen met de paplepel ingegoten, want in beide families werd kunst verzameld. Twee nichtjes en een neefje van Sientje – Barbara, Gerrit en Alida van Houten – werden later ook kunstenaar. Net als Hendrik Willems broer Taco die schilder werd.
‘Zonder mijn man was ik nooit schilderes geworden, en zonder mij was hij waarschijnlijk geen schilder geworden.’
Sientje Mesdag-van Houten in een interview in de Wereldkroniek, 21 april 1906
De jonge Hendrik Willem Mesdag (midden, achter) in zijn Groningse tijd, 1860 (foto: Beeldbank Groningen)
Van zakenman tot kunstenaar
Tot zijn 35ste werkte Hendrik Willem als bankier in het Groningse effectenkantoor van zijn vader. Tekenen en schilderen deed hij alleen in zijn vrije tijd. Toen hij een grote erfenis kreeg, spoorde Sientje hem aan om te doen wat hij altijd al wilde: kunstenaar worden. Het was nogal een omwenteling na een leven als bankier.
‘Ik ben vijf en dertig jaar. Ik heb een vrouw en een kind. Ik ben opgeleid voor den handel, maar daar deug ik niet voor. Ik ben schilder. Help mij.’
Hendrik Willem Mesdag in 1866 in een brief aan de schilder Lourens Alma Tadema, zijn achterneef
Naar Brussel
Hendrik Willem kreeg veel steun van de Friese schilder Lourens Alma Tadema, zijn achterneef. In 1866 volgden Hendrik Willem en Sientje hem voor een paar jaar naar Brussel, dat toen een internationale culturele broedplaats was. Tadema gaf Mesdag het advies om goed te kijken en gedetailleerd te werken.
In Brussel maakten de Mesdags kennis met Willem Roelofs. Roelofs was een van de eerste Nederlandse schilders die werkten bij het Franse plaatsje Barbizon, waar hij enthousiast raakte over het schilderen van de natuur en intense kleuren ging gebruiken. Zijn advies:
‘maak dan die studies buiten; met de grootste eenvoudigheid en tracht in een woord de natuur met gevoel, maar zonder denken aan werk van anderen, na te volgen.’

Willem Roelofs, Stormachtige middag, Noorden, 1880

Willem Roelofs, Bij de boerderij, Noorden, 1880

Willem Roelofs, Plassen bij Kortenhoef, 1880
Zeeschilder
Maar hoe val je als beginnend kunstenaar op tussen al die andere landschapschilders? Tijdens een vakantie op het Duitse Waddeneiland Norderney, wist Hendrik Willem het: hij werd zeeschilder. En dat pakte goed uit, want twee jaar later boekte hij zijn eerste grote succes met Branding op de Noordzee.
Dat succes kwam in 1870 op de Parijse Salon, de belangrijkste jaarlijkse kunstmanifestatie van Europa. Tot ieders verbazing won Mesdag er een gouden medaille met Branding op de Noordzee. De medaille sterkte Mesdag in zijn besluit om zeeschilder te worden en bracht zijn carrière in een stroomversnelling. De gouden medaille leidde ertoe dat Mesdags werk ook in Nederland meer op waarde werd geschat – hij werd een van de bestbetaalde schilders.

Hendrik Willem Mesdag, Branding op de Noordzee, 1870
De medaille die Mesdag won op de Parijse Salon, 1870
‘Roelofs zei: ga jij maar zee schilderen. Had er toen iemand tegen me gezegd dat ik er eerste schilder van de wereld mee zou worden, dan had ik geantwoord: Kerel je bent gek. En nu, nu ik er ben, zeggen de mensen: ja wij zien de zee óók zo.’
Mesdag in een interview in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, 15 maart 1906
Klaasje
In 1871 overleed Klaasje, het enig kind van Sientje en Hendrik Willem. Hij kreeg difterie en overleed drie dagen later, net acht jaar oud. Het verlies leidde ertoe dat Sientje besloot om ook schilder te worden. Hendrik Willem schreef aan een vriend:
‘Gelukkig voor ons dat wij van kunst houden en laten wij hopen dat wij doorgaan ons leven te wijden aan het schilderen.’
Hendrik Willem Mesdag (1831-1915), Vrouw en kind in interieur, 1868 (Museum Panorama Mesdag, Den Haag, foto: Bob Strik, Reprorek)
Tekening van Klaasje
Tekenen in de bossen
Toen de Mesdags in 1866-1869 in Brussel woonden, nam Sientje privéles. Maar eerder keek ze ook al mee met Hendrik Willem en andere schilders. Bijvoorbeeld toen de ze met een groep kunstenaars naar het Gelderse Oosterbeek gingen om in de bossen te tekenen. En om van elkaar te leren.
Sientjes schilderhuisje
In Den Haag had Sientje thuis een atelier, waar ze stillevens maakte. Maar ze werkte ook vaak buiten, in haar eigen schilderhuisje. Dat stond eerst in de Scheveningse Bosjes, later in de duinen.
Sientje Mesdag-van Houten in haar atelier, jaar onbekend
Schilderhuisje van Sientje Mesdag-van Houten in de duinen, jaar onbekend (foto: Haags Gemeentearchief)
Bos, duinen en strand
Hendrik Willem en Sientje kozen vaak de natuur als onderwerp. Hij schilderde vooral zeegezichten, zij vooral landschappen en stillevens. Voor inspiratie hoefden ze niet ver te zoeken, want de tuin achter hun huis aan de Laan van Meerdervoort grensde aan het bos en de duinen. Met daarachter het Scheveningse strand.
Hendrik Willem ging bijna dagelijks naar Scheveningen om op het strand te werken. Daar tekende en schilderde hij de vissers en hun bomschuiten, de ruwe golven en de duinen. Bij slecht weer werkte hij in Hotel Rauch, waar hij een vaste kamer had.
Het Panorama
Een van de beroemdste schilderijen van Hendrik Willem Mesdag is het levensgrote Panorama van Scheveningen uit 1881. Hij werkte er samen met Sientje en een paar andere schilders aan. Het enorme schilderij heeft een eigen museum in de Zeestraat in Den Haag. De olieverfstudie die Hendrik Willem voor het Panorama maakte, vind je in De Mesdag Collectie – het woonhuis en museum voor de kunstcollectie van Hendrik Willem en Sientje.

Hendrik Willem Mesdag, Studie voor Panorama van Scheveningen, 1880

Sientje Mesdag-van Houten, Hondenkop: Nero, 1875
Een voorbeeld voor het feminisme
Sientje Mesdag-van Houten was al ver in de dertig toen ze ook met schilderen begon. Huisvriend en collega-kunstenaar Jozef Israëls noemde haar later ‘een voorbeeld voor het feminisme’. Ze had succes met haar schilderijen en was een van de weinige vrouwen binnen de Haagse kunstenaarsvereniging Pulchri Studio. Daarnaast zat ze in verschillende tentoonstellingscommissies en besturen.
‘Door hare langdurige en voortgezette boomstudiën, weet zij het karakter van iedere boomsoort treffend juist in lijn en kleur weer te geven: den slanken zilveren berk, den gespierden rooden den, den machtigen eik.’
Anna Croiset van der Kop in Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift, in of voor 1891

Sientje Mesdag-van Houten, Op de Veluwe, de heide van Bennekom, 1891
Tentoonstellen
Sientje exposeerde haar werk in binnen- en buitenland. Soms regelde Hendrik Willem dat voor haar. Zo stuurde hij haar imposante schilderij Op de Veluwe naar tentoonstellingen in Berlijn, Venetië en Rotterdam. Sientje vroeg er maar liefst 1000 gulden voor. Ter vergelijking: haar collega Suze Robertson verdiende als tekendocent 2500 gulden. Per jaar.
‘Populair – ik weet dat – populair is mijn werk niet, maar ook weet ik: ’t wordt door velen op prijs gesteld.’
Sientje Mesdag-van Houten in De Amsterdammer, december 1904